Een samenvatting van het belastingstelsel 2001
Voor het nieuwe belastingstelsel zijn de trefwoorden: eenvoudiger, lagere tarieven, maar wel een hoger bedrag waarover belasting wordt geheven (dus minder aftrekposten). De gevolgen van de herziening zijn groot. Vooral als u spaart of belegt, is de volgende informatie van groot belang. De belangrijkste veranderingen zetten we hier even voor u op een rij.

Doel en middel
Volgens de regering zal het nieuwe belastingstelsel de werkgelegenheid bevorderen, de economische structuur verbeteren en de concurrentiekracht van Nederland versterken. Bovendien draagt het nieuwe systeem bij aan de emancipatie, de economische zelfstandigheid en een beter milieu.

Drie boxen
Een van de belangrijkste middelen om deze doelen te bereiken is het nieuwe ’boxensysteem’. Uw belastbaar inkomen wordt verdeeld over drie boxen, elk met zijn eigen belastingtarief. Inkomensbestanddelen kunnen in slechts één box worden belast. Het totale inkomen van de boxen vormt het ’verzamelinkomen’. Dit verzamelinkomen is weer van belang voor het vaststellen van inkomensafhankelijke regelingen, zoals huursubsidie.

Lijfrente
Voor bestaande lijfrenteverzekeringen heeft het nieuwe belastingstelsel belangrijke gevolgen. Tot nu toe kon u jaarlijks gebruikmaken van een lijfrenteaftrek die voor gehuwden en samenwonenden kon oplopen tot € 5.608. In het nieuwe belastingstelsel is die standaard aftrek vervallen. Wie echter kan aantonen een pensioentekort te hebben, en dat hebben drie op de vier Nederlanders,  heeft nog steeds ruime tot zeer ruime lijfrentemogelijkheden. 

Hypotheekrente

In het nieuwe stelsel worden de aftrekmogelijkheden van de hypotheekrente enigszins beperkt. Zo is voortaan alleen de rente aftrekbaar van een hypotheek voor de woning die als hoofdverblijf dient, met een maximum duur van 30 jaar. Bovendien moet de hypotheek gebruikt zijn voor aankoop van de woning, verbouwing of verbetering.
Wie zijn eigen woning verkoopt, is daarnaast verplicht de verkoopwinst te gebruiken voor de nieuwe woning. Is dat (om welke reden dan ook) niet mogelijk, dan is een hogere hypotheek het gevolg. De rente van dat hogere gedeelte is vervolgens niet meer aftrekbaar.

Kapitaalverzekeringen
Kapitaalverzekeringen die niet gekoppeld zijn aan de eigen woning, vallen vanaf 1 januari 2001 in box III. In box III bestaat overigens voor de kapitaalverzekering, die is gesloten voor 14 september 1999, een extra vrijstelling van € 123.428 (geen index).

Vermogend?
De vermogensbelasting is afgeschaft. In het nieuwe stelsel gaat de fiscus ervan uit dat iedereen een netto rendement van 4% over zijn vermogen kan behalen. Over dit percentage wordt vervolgens 30% belasting geheven, wat per saldo neerkomt op 1,2%. Hierbij gelden wel enkele vrijstellingen. De vermogensbestanddelen worden in box III belast.

Algemene heffingskorting
Een van de instrumenten om de economische zelfstandigheid te bevorderen is de algemene heffingskorting. Deze korting vervangt de belastingvrije sommen. In het nieuwe stelsel wordt de belasting berekend over het hele inkomen; de heffingskorting wordt vervolgens van het belastingbedrag uit deze berekening afgetrokken. Het is niet langer mogelijk de korting van een partner zonder inkomen over te dragen aan een partner met inkomen. Vanaf 2001 wordt de heffingskorting door de belastingdienst aan de niet-verdienende partner uitbetaald.

Extra heffingskortingen
Naast de algemene, voor iedereen geldende heffingskorting hebben bepaalde groepen belastingplichtigen een extra heffingskorting. Deze extra kortingen zijn bedoeld om de koopkracht van deze bevolkingsgroepen te verhogen. Ze variëren van arbeidskorting voor werkenden en een kinderkorting voor gezinnen, tot een ouderenkorting voor 65-plussers.