|
De uitkeringspercentages Ongevallenverzekeraars willen discussie vermijden. Men heeft dus gekozen voor vaste percentages. En op zich geeft dat wel de nodige duidelijkheid. U kunt kiezen voor een uitkering bij overlijden of een uitkering bij invaliditeit, of voor beide. Altijd geldt als gevolg van een ongeval.
Bij overlijden wordt dus 100% van het daarvoor verzekerd bedrag uitgekeerd.
Bij invaliditeit ligt dat anders. Daar bedraagt de uitkering een percentage van het daarvoor verzekerde bedrag. Men hanteert vaak de volgende percentages:
Bij geheel verlies, of geheel functieverlies van:
| arm tot in het schoudergewricht |
75 % |
| arm tot in of boven het ellebooggewricht |
70 % |
| hand tot in of boven het polisgewricht |
60 % |
| duim |
25 % |
| wijsvinger |
15 % |
| middelvinger |
12 % |
| ringvinger of pink |
10 % |
| been tot in het heupgewricht |
75 % |
| been tot in of bovenkniegewricht |
65 % |
| voet tot in of boven het enkelgewricht |
50 % |
| grote teen |
8 % |
| een der andere tenen |
4 % |
| een oog |
30 % |
| tweede oog |
70 % |
| gehoorvermogen van beide oren |
60 % |
| gehoorvermogen van een oor |
25 % |
|