Algemene uitleg
Wie een huurwoning bewoont, hoeft zich geen zorgen te maken over schade aan de woning. De verhuurder zal daarvoor opkomen. Een lekkend dak, een kapotte CV-ketel, schoorsteenbrand, stormschade. De huurder kan dit allemaal neerleggen bij de verhuurder.

Regelmatig onderhoud
Maar wie zelf eigenaar is, kent deze luxe dus niet. Iedere beschadiging is dan voor eigen rekening. Het betekent dus: regelmatig onderhoud van de woning. Schoorsteenvegen, schilderen, kapotte dakpannen vervangen, reinigen van de CV-ketel etc. Voor de huiseigenaar is dit een doorgaans stevige jaarlijkse kostenpost. Al zal dat bij nieuwbouwwoningen natuurlijk minder zijn.

En is er dan toch een keer een beschadiging, ondanks al dat periodieke onderhoud, dan zal de woonhuisverzekering (ook wel opstalpolis genoemd) de schade voor haar rekening nemen. Althans, wanneer dat binnen de voorwaarden gedekt is.

En daar komen we automatisch bij de belangrijkste uitsluiting: schade door gebrek aan onderhoud. Logisch eigenlijk. Want wie de woning niet onderhoudt, "weet" dat de schadekans groter wordt. En een verzekeringmaatschappij zal dat soort schade, die dus eigenlijk niet meer onverwacht is, niet makkelijk willen vergoeden.

De opstalverzekeraars vragen dus van de huiseigenaar om regelmatig onderhoud van de woning. Er zijn echter meer voorwaarden. En ook uitsluitingen. Om de kans op een uitkering bij schade zo groot mogelijk te hebben, is het dus van belang te weten welke eisen en voorwaarden de woonhuisverzekeraars stellen.

De vraag wat een verzekeraar ziet als "woning" staat op de volgende pagina.